zondag 3 november 2013

Boekrecensie Kartonnen dozen Tom Lanoye


Kartonnen dozen recensie                                Jordin pellencau 5D

 

 

Algemene informatie

Titel: Kartonnen Dozen

Auteur: Tom Lanoye

Plaats van uitgave : Amsterdam

Jaar van eerste druk en uitgave: 1991

Oorspronkelijke taal: NL

Aantal pagina’s: 179

Genre: biografie

 

Samenvatting

 

 In dit boek geeft Tom Lanoye zijn jeugd vrij aan de hand van verschillende kartonnen die op een rek in zijn kamer staan. In elke doos zitten herinneringen, goede en slechte, aan een telkens een ander deel van zijn jeugd. Het is eigenlijk een autobiografisch verhaal waarin Tom vooral het feit dat hij homoseksueel is en de “problemen” waar hij dan mee te maken krijgt, uit de doeken doet.

De eerste doos is een doos die dienst deed als valies om op reis te gaan met de Christelijke Mutualiteit. Iedereen was verplicht zo een doos te gebruiken zodat alle jongens als gelijke zouden beschouwd worden, sommigen hadden immers geen valies. Tom was toen 10 jaar. Hij ging op reis naar A********, een Ardens dorpje, waar hij Z voor het eerst echt leerde kennen. Z is de jongen waarop Tom verliefd was en je komt Z heel het boek door terug tegen. Veel was Tom niet bijgebleven van die trip behalve de ontmoeting met Z natuurlijk en nog 3 andere eigenlijk onbelangrijke dingetjes die vooral zijn homoseksualiteit benadrukken. Tijdens die vakantie krijgen we ook nog een beschrijving van de 3 vrouwen die in zijn leven een hele grote rol spelen en die hem dan ook bijna dagelijks schreven. Dit is zijn zus, de vriendin des huizes, namelijk Wieske, zijn moeder en zijn oudste tante, Pit Germaine.
De tweede doos is een damesschoendoos waarin zich een paar onbenullige aandenkens bevindt van op een reis met de Christelijke Mutualiteit naar Zwitserland. Op zich betekenen ze weinig, maar de verhalen die ze meedragen zijn loodzwaar. In die tweede doos ontdek je het “mysterie van de maatschappij” zoals Tom zelf zegt. Tom vertelt over zijn school, het Kot, hoe hij het ettertje was, het haantje-de-voorste, maar ook over Z waarmee hij inmiddels in de klas zat en dat hij en Z beste vrienden waren. Hoe hij verlangde naar Z en hoe hij overdag alles wat Z betrof, memoriseerde en ‘s nachts, als hij in zijn bed lag, die beelden terug boven liet komen en zijn gevoelens en verlangen de vrije loop liet. Terwijl Tom dat beschrijft, geeft hij nog eens een volledige beschrijving van hoe, waar, wanneer en waarom hij kan klaarkomen. Masturbatie zal nog zeer veel voorkomen in het boek. Die aandenkens in de schoendoos zijn dus een verwijzing naar alles wat met Z te maken heeft. Zo ook naar de reis met de Mutualiteit naar Zwitserland waar Tom Z voor het eerst kuste. Hoewel het maar een spelletje was, wakkerde die kus Tom zijn verlangen enorm aan.

De derde kartonnen doos stelt de archiefdozen voor die op één van de planken staan. Zes ervan bevatten alle cursussen van het humaniora van Tom, de rest zijn die van de universiteit. Zijn persoonlijke gedachten over zijn leraars worden beschreven, met drie leraars ervan voelde hij een verwantschap, met de “Mof”, de “Jap” en met “Mussolini”. In die archiefdozen komt ook nog eens de liefde die Tom jegens Z koesterde, aan bod tijdens de reis met de school naar Griekenland. Tom ontdekt dat Z ook homoseksuele neigingen heeft en het komt zelfs zo ver dat op het hoogtepunt van het boek Tom en Z met elkaar vrijen. Dit vrijen wordt echter op bruuske wijze gestopt aangezien Z geen erectie meer krijgt wat wijst op het feit dat hij toch niet homoseksueel is wat hij later ook aan Tom zal uitleggen. Zo eindigt Tom zijn humaniora dus toch een beetje in mineur. De vierde kartonnen doos is de doos die alle andere dozen overbodig maakt. Zij kan alles bevatten, hoe omvangrijk of verdorven, ridicuul of smetteloos het ook is. Want wat is een achterflap anders dan de bodem, en een voorflap anders dan het deksel, van een kartonnen doos waarin alle schatten en rotte appelen van het bestaan naast elkaar voor het grijpen liggen? (p.147). Dit is de doos waarin de lezer zelf zijn geheime beelden uit zijn jeugd kan bewaren.

 

De Opdracht

 

Kartonnen dozen gaat over de schrijver zelf, Tom Lanoye. Tom Lanoye kwam in zijn jeugd achter zijn seksualiteit en schrijft daarover in dit boek.

Lanoye was de jongste zoon van een slager. Hij bezocht in Sint-Niklaas het Sint-Jozef-Klein-Seminarie College, toentertijd nog een jongenscollege. Hij studeerde Germaanse Filologie aan de Universiteit Gent. In die jaren was hij ook actief lid van het vrijzinnige Taalminnend Studentengenootschap (TSG) 't Zal Wel Gaan. Lanoye studeerde af op een scriptie getiteld De poëzie van Hans Warren.

In 1982 was Lanoye uitgever en redacteur van het blad 't Zwarte Gat. Van dit blad verschenen slechts vier afleveringen. Bij de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen van 2000 was hij lijstduwer bij Agalev, om de strijd tegen het Vlaams Blok kracht bij te zetten.

In 2003 werd Lanoye de eerste stadsdichter van Antwerpen, de eerste Vlaamse gemeente waar het stadsdichterschap werd ingevoerd. Gedurende de twee jaar van zijn stadsdichterschap schreef hij 13 gedichten en menige speech, later gebundeld in de gelegenheidsuitgave Stadsgedichten.

 

Naast schrijver is Lanoye ook ondernemer, zijn onderneming heet L.A.N.O.Y.E. nv.

Tom Lanoye komt vaak op zowel de radio als op televisie, niet alleen in België, maar ook in Nederland. Verder treedt hij op in theaters. Zijn provocerende uitspraken bezorgen Lanoye regelmatig publieke belangstelling. Hij identificeert zichzelf als atheïst.

Lanoye leeft en werkt in Antwerpen en Kaapstad (Zuid-Afrika). Zijn literair werk is in meer dan tien talen gepubliceerd of opgevoerd.

Mijn verwachtingen van het boek waren dat het puur over Tom zelf gaat en dat hij niet veel dingen zal verzinnen. Ook verwachtte ik een zeer realistisch verhaal, aangezien het een biografie is.

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen met te zeggen dat dit boek niet voor iedereen is. Het is een heel goed geschreven boek, maar het onderwerp zal niet bij iedereen aanslaan. Veel mensen zullen door het onderwerp het boek niet meer willen lezen. Ik vond het onzin om daarom al te stoppen met lezen en heb ik het boek wel gewoon uitgelezen.

Tom Lanoye beschrijft zijn problemen toen hij zijn homoseksualiteit ontdekte en uitte in zijn jeugd. Mensen die dezelfde soort problemen hebben zouden zich in dit boek heel goed moeten kunnen identificeren. Ik vind dit persoonlijk een heel goed boek, omdat hij zijn problemen nogal kunstzinnig uitlegt in het boek , aan de hand van bepaalde kartonnen dozen. In elke doos zitten herinneringen, goede en slechte, die hij mee maakte toen hij nog jong was. Zo krijg je een soort ‘tour’ door de jeugd van Tom Lanoye.

Ik vind het boek erg geloofwaardig en het is ook zoals ik al zei realistisch. Dit is een autobiografisch boek en zal dus ook over een echt persoon gaan. Het is heel actueel door het onderwerp. Er zijn heel veel mensen die vandaag de dag nog steeds last hebben met het uiten van hun seksualiteit.

Mijn conclusie is dat dit een heel goed boek is maar niet voor iedereen geschikt zal zijn. Het is een heel interessant boek en het onderwerp is vandaag de dag heel actueel.

 

Kartonnen dozen – Tom Lanoye

Jaar van uitgave – 1991

Aantal pagina’s—179

Uitgever : Prometheus Amsterdam

Recensent: Jordin Pellencau

 

 

Webquest Koning Arthur : uitwerkingen

Webquest Koning Arthur : uitwerkingen



Hoofdstuk 1

Bij geschiedenis heb je les gehad over de middeleeuwen. Wat weet je nog over de middeleeuwen?

Het wordt nu vooral gezien als de donkere tijden, de tijden dat alles stil stond en alles slecht ging. Het was een tijd van koningen die hun land verdeelden en liet besturen door leenmannen. Christendom was de belangrijkste godsdienst en had enorme invloed.

 

Zoek op wat de drie voornaamste verschillen waren tussen Karel-en Arthur romans. Maak hierbij gebruik van je literatuurboek of bijvoorbeeld van het hoofdstuk ridderliteratuur op internet.

De karel romans gaan vooral over hele grote oorlogen tussen grote groepen zoals moslims en christenen. In de arthur romans is het meer individueel en gaat het vooral om tweegevechten en andere persoonlijke avonturen.

Vertaal de eerste 25 verzen van de arthurroman metter mouwen in het nederlands.

Ons vertelt het avontuur, dat koning Arthur op dit uur, hield een hof zo heel erg groot, in die stad te Kardeloet, op Pinksterdag, dat men niet gelijk zag, dat de koning een kroon droeg, en de koningin ook, daar waren veel ridders te paard, dapper en voortreffelijk, de koning had ook laten maken, van rood fluweel en scharlaken, mantels met rok, 500 paar, vol met kleuren hermelijn en helder wit, en met blauwe zijde gevoerd, daar waren ridders en jonkvrouwen, met hun kleding en spullen, uitgedost, die hen wel stonden, daar waren 5000 fitte ridders, voortreffelijke, dat weet ik wel, degene die de mis bijwonen, veel ridders waren uitverkoren, Erec en Ydier, weet dat zeker, gingen voor de koning daar, met twee gulden roeden

 

Hoofdstuk 2

 

Leg uit wat de uitdrukking ‘monnikenwerk’ – letterlijk en figuurlijk- te maken heeft met schrijven van boeken in de middeleeuwen.

 

Monnikenwerk is letterlijk gewoon een heel vervelende en saaie klus. Monnikenwerk was vaak het overschrijven van boeken, en dat wordt na verloop van tijd niet steeds leuker. Ze moesten de hele tijd in dezelfde houding zitten en moesten zeer geconcentreerd zijn. Als iemand dus iets monnikenwerk vindt, bedoelt hij dat hij een hele vervelende, saaie en zware klus moet klaren.

 

Er zijn prachtige middeleeuwse handschriften bewaard gebleven. Bijvoorbeeld de spieghel historiael van Jacob van Maerlant. Bekijk een bladzijde van dit boek en omschrijf kort de betekenis op van de volgende termen: gehistoriseerde initiaal, miniatuur, rubriek, lombarde, marginalia.

 

Gehistoriseerde initiaal: grote versierde beginletter

Miniatuur: met hand geschilderde tekening in een middeleeuws boek

Rubriek: in het rood aangebrachte tekstgedeelten, die de tekst visueel structureren

Lombarde: grote beginletter, gewoonlijk 1-3 regels hoog. Hij is wel kleiner dan de gehistoriseerde initiaal.

Marginalia: randversiering, soms zeer grotesk uitgebeeld.

 

Hoofdstuk 3

 

Tegenwoordig hebben romans een titelpagina. Dat is eigenlijk al zo sinds de boekdrukkunst. Probeer te verklaren waarom middeleeuwse handschriften niet zo’n pagina hebben. Betrek in je antwoord de productie van boeken en de paragraaf lezen en luisteren. Geef ook aan waarom de middeleeuwse drukkers de titelpagina hebben uitgevonden.

 

De boeken uit die tijd werden vooral voorgelezen en verteld en mensen lazen ze dus niet zelf. Je slaat dus automatisch de titelpagina over en je begint met lezen. Waarom zou je de titelpagina dan nog maken? Het kostte veel extra werk en geld.

 

Leg uit hoe het komt dat elk boek een uniek exemplaar is.

 

Elk boek werd geschreven door een monnik. Niet alle monniken hebben natuurlijk hetzelfde handschrift. Daar ga je dus verschillen in zien. Dat kwam omdat de boekdrukkunst nog niet was uitgevonden.

 

Zoek ik het fragment ‘ridder metter mouwen’ een vers waaruit blijkt dat het de bedoeling van de schrijver was dat het boek hardop zou worden voorgelezen.

 

Dat zie je in regel 20: ‘van prise goet, wetic wel’ . deze regel wordt in de ik-vorm gesproken, aangezien ik denk dat wetic ‘weet ik’ betekent. De verteller kan net doen alsof hij bij dat hof is geweest en dat maakt het weer wat interessanter voor de toeschouwers.

 

Hoofdstuk 4

 

Noteer kort wat er bij je opkomt als je de naam koning Arthur hoort.

Ik denk direct aan de middeleeuwen, ridders , de ronde tafel, Merlijn, kastelen, het zwaard Excalibur die Arthur uit de steen trok.

Waarom worden Arthurromans ook wel Keltische romans genoemd?

De verhalen speelden zich af in Brits-Keltisch gebied. Arthur is hier koning van dus zal je veel Kelten in de verhalen tegenkomen.\

Hoe zijn de verhalen van Arthur bekend geworden op het vasteland?

De kelten werden uiteindelijk teruggedreven naar het zuiden van Bretagne door de Anglesaksen.

Hoofdstuk 5

 

Zoek op internet, Encarta of een andere bron, informatie over Chrétien de Troyes. Schrijf iets over zijn leven, vermeld de titels van zijn teksten en ga in op de betekenis die hij heeft gehad voor de Arthurroman.

 

Chrétien de Troyes leefde van 1135 tot en met 1183. Er is best weinig bekend over zijn leven. Hij leefde van 1160 tot en met 1181 in Troyes, waar hij als hofdichter in dienst was van Maria , de hertogin van Champagne. Hij was een pionier de van de hofse roman. Hij schreef 5 ridderromans rond het Arthurthema.

 

 

Leg uit waarom de verhalen over koning Arthur en zijn ridders enorm populair waren aan de Europeze hoven.

Men kon zich identificeren. Het ging ook over koningen en ridders. Je las dus eigenlijk over ‘collega’s’. die hoofsheid was destijds ook een ideaal.

 

Leg in eigen woorden uit wat registrale kunst betekent.

Het is een vorm van kunst waarbij je door middel van het opnieuw koppelen en rangschikken van bekende dingen iets origineels of nieuws maakt.

De middeleeuwse arthurromans lijken op onze detectives, thrillers of doktersromans. Verklaar deze bewering.

Net als de arthurromans beginnen detectives vaak met het beschrijven van een leuke situatie, die plotseling verstoord wordt door bijvoorbeeld een moord. Vervolgens is er een held/detective die de zaak oplost/een opdracht voltooit.

Arthurromans zijn spiegels van hoofsheid. Onder andere blijkt dit uit de pracht en praal aan het hof en de manier waarop de ridders en jonkvrouwen met elkaar omgaan. Een ander kenmerk is dat het begin van een Arthurroman vaak vaste elementen bevat. Lees het begin ( vers 1 t/m 86) van de ridder metter mouwen. Noteer: welke hoofse elementen bevat het gedicht? Welke stereotype beginkenmerken heeft dit gedicht?

Hoofse elementen: de koning en zijn ridders gaan samen bidden en wassen allemaal hun handen voor het eten.

Stereotype beginkenmerken: het verhaal begint met een kenmerkende hofscene.